Agenda

Ja, ik wil deelnemen aan het consortium!

21-05-2019

Zon in Landschap | Biodiversiteit, Esthetiek en Agri-PV

Tijdens de bijeenkomst van het Nationaal Consortium Zon in Landschap op 21 mei 2019 is een aantal presentaties gegeven om de huidige staat van ontwikkelingen van zon in landschap in Nederland te geven. De bijeenkomst werd afgetrapt door Kay Cesar waarin hij in het kort de belangrijkste organisatorische ontwikkelingen rondom het Nationaal Consortium Zon in Landschap presenteerde. Belangrijkste wapenfeit is dat inmiddels 43 organisatie zijn aangesloten en een stuurgroep is geïnstalleerd. Zijn presentatie is hier te downloaden. Daarna gingen de deelnemers in twee groepen uiteen: de helft naar de sessie ‘Biodiversiteit’ en de ander helft naar de sessies ‘Esthetiek’ en ‘Agri-PV’.

Sessie Biodiversiteit

1e spreker: Kay Cesar: ‘Zonvolgsystemen komen ook naar Nederland’
In deze presentatie gaf Kay Cesar aan dat er voor zonnestroomparken in Nederland twee technologische ontwikkelingen van cruciaal belang gaan in de komende jaren: zonvolgsystemen en tweezijdig werkende panelen. Een belangrijke ontwikkeling voor zonnestroomparken betreft de ontwikkeling van tweezijdig werkende zonnepanelen: zonnepanelen die licht van beide zijden kunnen opvangen en omzetten in elektriciteit. Naar verwachting zal in 2030, mondiaal 30-40% van alle zonneparken zijn uitgerust met tweezijdig werkende panelen. Een andere interessante ontwikkeling voor zonneparken is de ontwikkeling van zonvolgende systemen. Naast een hogere elektriciteitsopbrengst hebben 1-assige zonvolgsystemen het voordeel de verder uit elkaar staan en er dus meer ruimte is voor licht en water op de bodem onder de panelen. De combinatie van tweezijdig werkende panelen in zonvolgsystemen is zeer geschikt voor het opvangen van diffuus licht dat in Nederland veel voorkomt. Op dit moment zijn er drie leveranciers van zonvolgende PV-systemen die de wereldwijde markt van dergelijke systemen leiden (samen 50% van de markt). Naar verwachting zullen in 2030 50% van alle grondgebonden zonnestroomsystemen wereldwijd zonvolgend zijn met daarin een significant aandeel van tweezijdig werkende panelen. Beide ontwikkelingen zijn dus van belang om de natuurwaarde om en onder zonnestroomsystemen in het buitengebied te verhogen. Maar wat is eigenlijk een goede parameter om natuurwaarde in dit kader te definiëren? Dat is onderwerp van een onderzoeksvoorstel dat op dit moment in voorbereiding is. De slides van deze presentatie kunt u hier downloaden.

2e spreker: Mattijs Erberveld: ‘Meetprotocol zonnevelden en natuur’
In deze presentatie vertelde Mattijs Erberveld dat RWS, RVO en RVB onderzoeken om op rijksgronden zonnestroomsystemen te laten plaatsen. Van belang zal zijn dat de ecologische impact van deze zonnestroomsystemen zo laag mogelijk zal zijn, maar hoe bepaal je de ecologisch impact van een voorstel? Deze vraag houdt RWS bezig en onderschrijft het belang van een drietal documenten waarin een aantal handvatten worden gegeven voor het bepalen van de ecologische impact van zonneparken. Deze brochures kunt u hier downloaden. Aanvullend is aan de WUR een opdracht gegeven om nul-meeting protocol op te stellen om de natuurwaarde voor en na installatie van zonneparken in kaart te kunnen brengen. NB: dit moet niet alleen richtlijnen t.a.v. van het ontwerp bevatten maar ook richtlijnen t.a.v. het beheer en onderhoud van het park. De slides van deze presentatie kunt u hier downloaden.

3e spreker: Alex Schotman: ‘Onderzoeksvragen natuurwaarde zonneparken’
De derde spreker ging nader in op de volgende vragen:

  1. Op welke terreinen zou je überhaupt geen zonneparken moeten willen plaatsen en wat zijn daarvoor eenduidige criteria?
  2. Wat is eigenlijk de impact van verschillende configuraties van zonneparken op de natuurwaarde onder en om een zonnepark?
  3. Hoe lang moet je meten om te weten wat de impact van een zonnepark op de natuurwaarde onder en om een zonnepark is?

Alex gaf aan dat er nog weinig wetenschappelijk onderzoek is gedaan om een antwoord te kunnen geven op dergelijke vragen. Daarnaast zal het tijd kosten om een wetenschappelijk antwoord op dergelijke vragen te kunnen geven. Daarom pleit hij ervoor om zo snel mogelijk te beginnen met het uitbreiden van wetenschappelijk onderzoek op dit gebied + om in de tussentijd bij de bouw van zonneparken keuzes te maken waarbij het risico voor negatieve impact op de natuurwaarde beperkt is en zeker niet onomkeerbaar is. De slides van deze presentatie kunt u hier downloaden.

Sessies Esthetiek en Agri-PV

1e spreker: Lenneke Slooff: ‘In My Backyard Please’-project
Lenneke gaf in haar presentatie aan dat sociale acceptatie van zonnestroomparken nabij en in een bewoonde omgeving van groot belang is. Een mooi, ruimtelijk geïntegreerd ontwerp met aandacht voor omliggende landschap en meerdere functionaliteiten van een zonnestroompark kunnen de maatschappelijke acceptatie en participatie van omwonenden in belangrijke mate bevorderen. Het project: ‘In My Backyard Please’ richt zich specifiek op dit thema waarbij op een test locatie een 1:1 "Mock-up" wordt ingericht van prototypes voor zonnestroomparken nabij of in een woonwijk. Het projectdoel is onderzoek naar, en meting van de effecten en invloeden op biodiversiteit, participatie, acceptatie, educatie etc. Behalve dat het zonnepark aan deze aspecten dient te voldoen moet het park betaalbaar zijn en meer functies vervullen dan alleen maar elektriciteit produceren. 

Aanleiding voor het project is de wens van de Nederlandse overheid om het energiesysteem in Nederland te verduurzamen en meer duurzame energie op te wekken op Nederlands grondgebied. In het project, met een looptijd van 1.5 jaar, zal worden bepaald hoe een betaalbaar grondgebonden zonnestroompark ontworpen en ontwikkeld moet worden dat sociaal geaccepteerd en gewenst is. Hiertoe is men in eerste instantie op zoek naar een geschikte locatie voor de mock-up. Voorwaarden voor deze locatie zijn: biodiversiteit, gewassen onderzoek en ontwikkeling, weerstand drijfkracht van bewoners, publiek, initiatiefnemers. De slides van deze presentatie kunt u hier downloaden.

2e spreker: Lieke Dreijerink: Onderzoek naar draagvlak voor en participatie bij zonnestroomparken
Lieke heeft in 2018, samen met een groot aantal collega’s, een onderzoek verricht naar hoe het gesteld is met draagvlag voor, en betrokkenheid bij, het realiseren van een 10-tal zonnestroom-parken in Nederland. Hierbij is gebruik gemaakt van bureaustudies, interviews, en een online analyse tool. Factoren die het draagvlak bepalen zijn: rechtvaardige verdeling, informatievoorziening, erkenning, en vertrouwen. Over het algemeen vinden omwonenden het vervelend en niet eerlijk dat projectontwikkelaars veel meer profiteren van het zonnestroompark dan dat zij dat doen. Daarnaast vinden zij het van belang om mee te mogen denken in de ontwikkelfase. Er valt veel te leren van wind op land, o.a. het ontwikkelen van een gedragscode die nu ook door de zonne-energiesector wordt ontwikkeld. Belangrijkste conclusies: rechtvaardigheid (verdeling van kosten en baten), informatievoorziening, erkenning en vertrouwen. Daarnaast zouden gemeentes meer met elkaar moeten samenwerken en van elkaar moeten leren en is het van belang dat er een gedragscode wordt ontwikkeld. De slides van deze presentatie kunt u hier downloaden. Het eindrapport van deze studie is hier te downloaden.

3e spreker: Chris de Visser WUR: AgriPV
Chris de Visser presenteerde een aantal internationale voorbeelden van dubbel grondgebruik voor zonnestroompanelen en agrarische landbouwproductie. De praktijkvoorbeelden toonden een aantal nieuwe ontwikkelingen van zonnestroomsystemen gecombineerd met veeteelt, landbouw, tuinbouw, water, fruitteelt, en strokenteelt. In de voorbeelden regisseert de boer onder, nabij en tussen de panelen de biomassa's voor vermarkting. Bio-inclusieve rotationeel grondgebruik wordt de toekomst voor grootschalige voedselproductie. De slides van deze presentatie kunt u hier downloaden.

4e spreker: Lenneke Schoof: terugkoppeling andere evenementen
Lenneke presenteerde in vogelvlucht de belangrijkste bevindingen van een aantal evenementen die in de laatste maanden hebben plaatsgevonden. Dit betrof de Agri Duurzaamheidsdag, InterSolar Europe, bezoek aan Sunagri. Daarnaast presenteerde zij nog een aantal inspirerende voorbeelden van zonnestroomsystemen, gecombineerd met een agrarische functie, uit het buitenland. De slides van deze presentatie kunt u hier downloaden. Tenslotte gaf Lenneke ook nog een kort presentatie waarin zij nader inging op het spanningsveld tussen esthetische en agrarische wensen. De slides van deze presentatie kunt u hier downloaden.

Meerjarig Missiegedreven Innovatieprogramma
Na de pauze presenteerde Wijnand van Hooff de doelen en missies van het concept klimaatakkoord die relevant zijn voor de ontwikkeling van zonnestroomparken in het buitengebied in Nederland. Daarna is de groep uiteengegaan in twee groepen om nader met elkaar te discussiëren over de belangrijkste innovatiethema’s om de geformuleerde doelen en missies in het klimaatakkoord te kunnen bereiken. De presentatie, inclusief de resultaten uit de discussies, zijn hier te downloaden. Voor vragen over het MMIP kunt u contact opnemen via wijnand@tki-urbanenergy.nl.

Evaluatie
Tenslotte is de bijeenkomst afgesloten met een korte digitale evaluatie van de middag en een netwerkborrel. De feedback uit de evaluatie is hier terug te vinden.

Interesse in dit thema?
Kon u op 21 mei niet aanwezig zijn, maar heeft u wel interesse in het Nationaal Consortium Zon in Landschap, neem dan contact met ons via kay.cesar@tno.nl.

Onze andere consortia