29 mrt.
“Duurzame energieprojecten doe je voor de lange termijn. Daar schrikt een boer niet van”
Luuk van Wezel is opgegroeid op de boerderij. Zijn vader, moeder en jongere broer runnen een melkveebedrijf in West-Brabant. Namens ZLTO houdt hij zich bezig met de thema’s klimaat en duurzame energie.
“Een groot deel van de projecten die ik doe, richt zich op de energietransitie”, zegt Van Wezel. “De agrarische sector is een van de sectoren die vooroploopt. Zo heeft de sector zich in coöperaties georganiseerd om windmolens te bouwen. De Windunie is daar een mooi voorbeeld van. Wij waren ook de eerste sector die grootschalig zonnepanelen op daken plaatse.”
Hoe groot is de uitdaging die voor ons ligt?
“Het gaat opeens heel hard met zonne-energie. Er is een enorme druk om zo veel mogelijk groene energie te produceren want de uitstoot van CO2 is nog steeds substantieel in Nederland. Maar er is echt nog onderzoek nodig naar hoe landbouw en zonne-energie in goede systemen geïntegreerd kunnen worden. Dat vraagt aanpassingen aan de huidige PV-systemen en misschien ook wel aan de landbouw.”
“Daarnaast: hoe zorg je voor een gelijkwaardige samenwerking tussen een agrariër en een grote partij die zonne-energie wil produceren? We moeten het omdenken en daar hebben we goede voorbeelden voor nodig. Alleen dan kun je het uitdragen.”
Wat is je motivatie om bij NCZIL mee te doen?
“Het is goed dat het Nationaal Consortium de regie voert. Het is zaak te kijken welke onderzoeksrichtingen nu relevant zijn om echt iets te kunnen betekenen voor de klimaatdoelstellingen van 2030. Ik denk dat je beter samen kunt onderzoeken welke kant je op wilt dan dat je in een defensieve rol gaat zitten. Een meer proactieve rol is waardevoller dan alleen proberen ontwikkelingen tegen te houden. Je moet elkaars belangen begrijpen.”
Waarom wil jij bijdragen aan het vraagstuk?
“Het is heel makkelijk om te zeggen waar je niet voor staat. Maar een ontwikkeling biedt ook kansen. Boeren hebben een oplossing en dat is niet alleen voedsel, maar vooral ook energie.”
“In mijn studie innovatiewetenschappen aan de TU Eindhoven keek ik naar de koppeling tussen de energietransitie en de landbouwtransitie. Er lopen in Eindhoven veel slimme koppen rond, maar slechts een fractie van de ideeën komt grootschalig in de maatschappij terecht. Dat triggerde me. Waarom soms wel en soms niet?”
Wat kan jij bijdragen aan het vraagstuk?
“Als je kijkt naar de gangbare manier van zonneparken realiseren dan is de locatie van de transformatorstations het belangrijkst. Met een korte kabel heb je de interessantste businesscases. Het is mijn rol om goed te kijken waar nog meer potentie ligt en ervoor te zorgen dat de input van de agrarische sector wordt meegenomen.”
“Ook in onze achterban zijn leden echt met de energietransitie bezig. Voorlopers kunnen we koppelen aan partijen die ook stappen willen zetten. Tegelijkertijd moeten we niet stoppen bij die paar leden die hun vinger opsteken, maar kijken of we na die voorlopers een volgende groep kunnen bereiken die ook met projecten aan de slag gaat.”
Wat zal de toekomst brengen voor Zon in Landschap?
“Belangrijk is dat de zonne-energie en landbouw beter geïntegreerd worden. Dan kan het een succesverhaal worden. Dat vraagt van beide kanten inspanningen en aanpassingen.”
“Duurzame energieprojecten doe je niet voor vijf of tien jaar. Dat zijn investeringen voor de lange termijn. Een boer schrikt daar niet van. Die heeft de intentie om het bedrijf nog een generatie voort te zetten. Energie past daar goed bij.”
Neem contact op met het Nationaal Consortium Zon in Landschap! |