Nieuws

Ja, ik wil deelnemen aan het consortium!

29 mrt.
“Zon in landschap gaat vooral om snelheid, maar we moeten daar verantwoord mee omgaan”

Kay Cesar is onderzoeker bij TNO en de voorzitter van het consortium. “Meer een aanjager”, zeg hij zelf. “Zonnesystemen zullen in de toekomst niet meer die archetypische vestingen zijn waar een hek omheen staat met een ‘ga-weg-bord’. Ze zullen gewoon veilig zijn en geïntegreerd in het landschap.” 

Hoe groot is de uitdaging die voor ons ligt?
“Het is heel makkelijk om er van alles van te vinden, van zonneparken. Waarom je ze niét wilt hebben. Je hoort vaak: het is gewoon lelijk, het is slecht voor de natuur, het onttrekt landbouwgrond en het zorgt voor problemen in het netwerk. Waarom je ze wél moet hebben is veel abstracter.”

“We hebben een CO2-budget. Dat beseffen maar weinig mensen. Hoe langer we wachten met het verdringen van fossiele brandstoffen, hoe nijpender het wordt. CO2 is een deken die om de aarde heen ligt. En elk jaar wordt die deken dikker. Het is net alsof we onze kleinkinderen in een zwoele zomernacht onder een dikke, wollen winterdeken leggen en zeggen: ‘Ga maar lekker slapen.’”

Wat is je motivatie om bij NCZIL mee te doen?
“De wereld schrok enorm toen zonnepanelen opeens zo goedkoop werden. En masse zijn er toen projecten gestart. Gemeenten raakten overrompeld door die drift en zochten naar de rem. Maar niemand wist iets over de effecten van zonneparken. Ik kan mij een bijeenkomst herinneren waar een gemeenteambtenaar tegen een ecoloog zei: ‘Als jullie niet weten wat de parken voor de natuur doen, hoe moet ik dan beleid maken?’”

“Niet veel later begon het consortium in een zweterige achterkamer waarin wetenschappers, ondernemers en ontwerpers voor het eerst, zonder enige vorm van structuur, met elkaar begonnen te praten. We hebben sindsdien flinke stappen gemaakt.”

Waarom wil jij bijdragen aan het vraagstuk?
“Aan de technologische kant ben ik de afgelopen dertien jaar bezig geweest om zonnepanelen zo te ontwerpen dat ze goedkoper zijn geworden. Echt vanuit de fascinatie voor de lichtdeeltjes die omgezet worden in een vaste stof, in stroom en hoe je dat het beste kan doen. Nu hebben ze echt maatschappelijk nut en voel ik de verantwoordelijkheid om er op een goede manier gebruik van te gaan maken.” Het is een prachtig antwoord op het klimaat probleem terwijl we en passant ook zelfvoorzienend worden, onafhankelijk van energie leveranciers uit het verre buitenland. Daar gaan we nog veel plezier van beleven in de toekomst.

Wat kan jij bijdragen aan het vraagstuk?
“Formeel ben ik de voorzitter van het Nationaal Consortium, maar ik denk dat ik meer de aanjager ben, de netwerker, de bruggenbouwer, de persoon die het fijn vindt om mensen out of the blue op te bellen en te zeggen: ‘Hé, wat doe jij, hoe staat het ermee? En wat denk je van dit plannetje?’”

Wat zal de toekomst brengen voor Zon in Landschap?
“Over drie jaar zijn de testparken die nu worden gepland in bedrijf en hebben we de eerste grootschalige data over de effecten van zonneparken op de biodiversiteit. Kwantitatief. We hebben de hoeveelheid beestjes in de bodem dan geteld. Dat is heel belangrijk.”

“Ik vermoed dat de grootste angst van de tegenstanders van zonneparken is dat er een industriële sluier over Nederland wordt uitgerold. Dat is een verrommeling, de ‘verzonnepaneling’ van Nederland. Daar moet een goede oplossing voor komen.”

“Ik vergelijk het wel met die monofunctionele woonfabrieken in Oost-Berlijn uit de Koude Oorlog. Die hadden maar één doel, net als de huidige zonneparken. Maar Berlijn staat nu bekend om zijn architectonische weelde. Verandering is dus mogelijk. Ik vind het echt superbelangrijk dat mensen zich realiseren dat zon in landschap vooral gaat om snelheid, maar dat we daar ook verantwoord mee moeten omgaan.”

Neem contact op met het Nationaal Consortium Zon in Landschap!

 

Onze andere consortia