Nieuws

Ja, ik wil deelnemen aan het consortium!

31 mrt.
“De maatschappelijke weerstand zal blijven en die is ook nuttig”

Alex Schotman is onderzoeker biodiversiteit in Wageningen bij Environmental Research. Als natuurliefhebber heeft hij van zijn interesse zijn beroep gemaakt.

Schotman houdt zich al langer bezig met duurzame energie en biodiversiteit. “Wij hebben in 2017 een literatuuronderzoek gedaan om te kijken naar wat er bekend is over de effecten van zonneparken. Daaruit bleek dat er eigenlijk nog nooit goed naar was gekeken. De schaal waarop het nu in Nederland gaat gebeuren is uniek.

Hoe groot is de uitdaging die voor ons ligt?
“We moeten de samenleving overtuigen om voor duurzaamheid te kiezen. Ik ben ervan overtuigd dat het noodzakelijk is om op de hele korte termijn zoveel mogelijk uitstoot van CO2 te mijden. Als het noodzakelijk is om zonneparken te bouwen, zorg dan dat ze winst voor biodiversiteit opleveren. En zorg dan dat de grond over een tijd eventueel opnieuw gebruikt kan worden als landbouwgrond. In die zin probeer ik heel onafhankelijk en wetenschappelijk te kijken; hoe kunnen zonneparken het minste schade veroorzaken en hoe kunnen ze de meeste winst voor biodiversiteit opleveren?”

“Wij hebben de afgelopen twee jaar onderzoek gedaan bij 25 bestaande zonneparken in Nederland. Daaruit bleek dat er maar drie goed beheerd worden. Dat is natuurlijk logisch omdat ontwikkelaars en beheerders van zonneparken geen natuurbeheerders zijn. Samen gaan we uitzoeken hoe we de zonneparken zo efficiënt mogelijk kunnen beheren met winst voor biodiversiteit.”

Wat is je motivatie om bij NCZIL mee te doen?
“Het Nationaal Consortium is een heel mooi samenwerkingsverband van onderzoeksinstellingen, belanghebbenden en bedrijven die samen oplossingen zoeken. Als onderzoeker zit je altijd in je ‘bubbel’ van onderzoekers. Hier werk je samen met mensen die ook echt met zonneparken bezig zijn.”

“Ontwikkelaars willen meer zonneparken ontwikkelen om daarmee een boterham te verdienen. Als wij na goed onderzoek aantonen dat zonneparken ook winst voor de biodiversiteit opleveren, kan dat ook weerstand bij het publiek wegnemen.”

Waarom wil jij bijdragen aan het vraagstuk?
“Ik had eerder al het ontwikkelen van kennis over biodiversiteit bij zonneparken tot speerpunt gemaakt. Wij willen eigenlijk een criterium formuleren waaraan de opstelling van een park moet voldoen, om ervoor te zorgen dat er voldoende vegetatie onder de zonnepanelen blijft groeien, zodat er voor het bodemleven genoeg voeding beschikbaar blijft om de hoeveelheid organische stof en de biodiversiteit op peil te houden.”

Wat kan jij bijdragen aan het vraagstuk?
“We zijn bezig met twee projecten. We kijken naar nieuwe zonneparken met innovatieve opstellingen, zoals tweezijdige zonnepanelen, panelen die meebewegen met de zon, oost/west-opstellingen en zuid-opstellingen. Allemaal met verschillende afstanden waardoor er dus minder oppervlakte bedekt is met zonnepanelen en meer ruimte is voor vegetatie en natuurontwikkeling. Wij willen van elke type opstelling weten wat nou het meest effectief is voor de natuur.”

“Er waren veronderstellingen dat de bodem bij zonneparken helemaal zou afsterven, maar bij de 25 zonneparken die we in de verkenning onderzochten, was dat maar bij twee parken het geval. Beiden stonden in een oost-west opstelling. We gaan nu in 20 bestaande zonneparken de effecten volgen op de bodem en van vijf verschillende vormen van beheer. De resultaten worden vertaald in richtlijnen en in het EcoCertified Solar label. Zo’n certificaat maakt het voor bestuurders en ontwikkelaars makkelijker om te sturen op meerwaarde voor de samenleving.”

Wat zal de toekomst brengen voor Zon in Landschap?
“De maatschappelijke weerstand zal blijven en die is ook nuttig omdat je ook ziet dat heel goede landengronden worden gebruikt als zonnepark terwijl er grote bedrijventerreinen en parkeerterreinen zijn die allemaal overdekt kunnen worden met zonnepanelen. Dat gebeurt nog niet genoeg.”

Neem contact op met het Nationaal Consortium Zon in Landschap!

Onze andere consortia